Языки :: Голландский - Нидерландский
16
 
 

48 Nederlands Néerlandais
  ZESTIENDE (16de) LES. Leçon 16
  Unilever - een Europese maatschappij. (Vervolg) Unilever - une société européenne. (Suite)
     
1 Zullen de huisvrouwen buitenshuis (1) gaan werken ? Les ménagères iront-elles travailler à l'extérieur ?
2 Zullen de mannen liever bier dan wijn drinken ? Les hommes boiront-ils plutôt (de préférence) de la bière que du vin ?
3 Zullen de Australische kinderen al dan niet (2) liever roomijs hebben met een nieuw soort wikkel eromheen ? Les enfants australiens préféreront-ils avoir (ou non) de la crème glacée avec une nouvelle sorte d'emballage autour ?
4 Soms lijken de jaarrapporten (3) van Unilever minder op (4) commerciële studies dan wel op grote sociologische overzichten van de toestand in de wereld. Parfois, les rapports annuels d'Unilever ressemblent moins à des études commerciales qu'à de grands aperçus sociologiques de la situation dans le monde.
5 De verschillen (N 2) van smaak veroorzaken {N 2) nooit-eindigende problemen, die telkens opnieuw onderzocht en zo gauw mogelijk opgelost moeten worden. Les différences de goût causent des problèmes qui n'en finissent pas (jamais finissant), qui doivent chaque fois être examinés à nouveau et résolus aussi vite que possible.
6 Engeland blijft verreweg Unilevers grootste afzetmarkt (5) : een derde van zijn totale omzet. L'Angleterre reste de loin le plus grand débouché d'Unilever : un tiers de son chiffre d'affaires total.
7 En in Engeland zijn de relaties van Unilever met de consument (6) het uitgebreidst (7). Et en Angleterre, les relations d'Unilever avec le consommateur sont les plus étendues.
8 Unilever maakt in Engeland misschien twee derde van de margarine, ongeveer de helft van de zeep en een nog groter percentage van de bevroren levensmiddelen. Unilever fabrique (fait) en Angleterre peut-être les deux tiers de la margarine, environ la moitié du savon et un plus grand pourcentage encore des produits surgelés.
9 Een goed Unilever-gezinde (8) Engelse vrijgezel zou zijn dag kunnen beginnen met zich te scheren met Erasmic scheerzeep, zich te wassen met Lux toiletzeep, zijn tanden te poetsen met Pepsodent. Un célibataire anglais bien disposé envers Unilever pourrait commencer sa journée en se rasant avec du savon à raser Erasmic, en se lavant avec du savon de toilette Lux, en se brossant les dents avec Pepsodent.
10 Dan zou hij WalI's worstjes kunnen braden in Spry vet, Birds Eye diepvriesprodukten kopen in een Mac Fisheries supermarkt, een blik (9) Bachelor's erwten openmaken, de afwas doen met Squeezy en zijn hemd wassen met Omo. Ensuite (alors) il pourrait griller de petites saucisses Wall dans de la graisse Spry, acheter des surgelés Birds Eye dans un supermarché Mac Fisheries, ouvrir une boîte de petits pois Bachelor, faire sa vaisselle avec Squezy et laver sa chemise avec Omo.
11 Zijn vriendinnetje kan intussen haar haar wassen met Sunsilk en het verven met Harmony, terwijl ze haar Astral gezichtscrème opbrengt.. Sa petite amie pourrait entretemps se laver les (ses) cheveux avec Sunsilk et les colorer (teindre) avec Harmony, tandis qu'elle met sa crème (de visage) Astral. . .
  (naar A. Sampson : "De nieuwe Europeanen")  

  OEFENING EXERCICE
  Uit de zakenwereld. Van kruidenierswinkel tot supermarkt. Du monde des affairas. De l'épicerie au supermarché.
1 De distributie is een sector, die voortdurend in beweging is, ondanks alle pogingen van belangengroepen om de tijd te doen stilstaan. La distribution est un secteur qui est continuellement en mouvement, malgré tous les efforts de groupes d'intérêts pour faire arrêter le temps.
2 Hiervoor wordt geregeld een beroep gedaan op de hulp van de overheid om door wetten en andere maatregelen de modernisering van de distributie te beletten.

Pour cela, on fait régulièrement appel à l'aide des autorités pour empêcher par des lois et autres mesures la modernisation de la distribution.

3 Desondanks is de sector niet aan een sanering ontsnapt. Malgré cela, le secteur n'a pas échappé à un assainissement.
4 De laatste twintig Jaar is het aantal winkels en winkeltjes met de helft verminderd. Les vingt dernières années, le nombre de magasins et de petites boutiques (magasins) a diminué de moitié.
5 Maar niet alleen de kleine middenstander, die zich niet aangepast heeft, werd hiervan het slachtoffer. Mais non seulement le petit "membre des classes moyennes", qui ne s'est pas adapté, en (de cela) a été la victime,
6 Ook de grote ondernemingen, die niet tijdig de opkomst van nieuwe technieken zoals zelfbediening, supermarkt en hypermarkt hebben voorzien. Également les grandes entreprises qui n'ont pas prévu à temps la montée de nouvelles techniques, telles que self-service, supermarché et hypermarché.
7 Sommige warenhuizen werden door buitenlandse firma's overgenomen. Certains grands magasins ont été repris par des firmes étrangères.
8 Andere zochten redding in een samenwerking, later bekroond ïn een fusie. D'autres cherchèrent le salut (sauvetage) dans une collaboration, plus tard couronnée par une fusion.
9 Een laatste groep heeft alle moeite om het hoofd boven water te houden en gaat uiteindelijk failliet. Un dernier groupe a toutes les peines â garder la tête au-dessus de l'eau et fait finalement faillite.
10 Maar zoals altijd biedt verandering ook mogelijkheden voor nieuwkomers. Mais comme toujours, le changement offre aussi des possibilités pour de nouveaux venus.
  (uit "Trends")  
     
  De kip
— Wat helpt je om te zien hoe oud een kip is ?
— De tanden !
— Maar kippen hebben toch geen tanden !
— Neen, maar ik heb er !
La poule
— Qu'est-ce qui t'aide à voir l'âge d'une poule ?
— Les dents !
— Mais les poules n'ont quand même pas de dents!
— Non, mais (moi) j'en ai !

NOTES
(1) Attention à l'emploi de la préposition :
ze werkt op een kantoor (dans un bureau), op het ministerie (au ministère}, op het stadhuis (à la mairie),
in een fabriek
(dans une usine), bij een bank (dans une banque},
bij een verzekeringsmaatschappij
(dans une compagnie d'assurances).
(2) Voir notre leç. 1, note 3.
(3) Il fait rapport au sujet de son voyage. Hij brengt verslag uit over zijn reis.
C'est une affaire de bon rapport. Dat is een winstgevende zaak.
Je vous mettrai en rapport avec lui. Ik zal u in verbinding/contact met hem brengen.
C'est intéressant sous tous les rapports. Het is in alle opzichten interessant.

(4) De jongen lijkt op zijn moeder. Le garçon ressemble à sa mère.
Dat lijkt nergens naar. Cela ne ressemble à rien.

(5) De firma zoekt nieuwe afzetgebieden. La firme cherche de nouveaux débouchés.
Ze hebben een nieuw afzetgebied voor hun produkten gevonden. Ils ont trouvé de nouveaux débouchés pour leurs produits.

(6) On emploie souvent aussi le synonyme : de verbruiker.
La consommation : het verbruik, de consumptie.
Het dagelijks verbruik : la consommation journalière.
De consumptievermeerdering : l'accroissement de la consommation.
De consumptiemaatschappij : la société de consommation.

(7) Le superlatif employé comme attribut (donc pas devant un nom) ne prend jamais la terminaison -e, et est toujours employé avec "het".
Die produkten zijn zeker het duurst. Ces produits sont certainement les plus chers.
Ik vind die streek het mooist. Je trouve cette région la plus jolie.

(8) S'emploie dans les composés avec le sens de "favorable à" :
Vlaamsgezind (favorable à la Flandre, flamingant),
republieksgezind (républicain),
koningsgezind (royaliste).

(9) Het blik : la boîte de conserves.
Ne pas confondre avec : de blik (le regard, le coup d'œil).
Wilt u een blik op mijn werk werpen ? Voulez-vous jeter un coup d'œil sur mon travail ? Attention
: het ogenblik (l'instant).