Языки :: Голландский - Нидерландский
04
 
 

15 Nederlands Néerlandais
  VIERDE (4de) LES. Leçon 4
  Hoe de Amerikanen België zien. (Vervolg) Comment les Américains voient la Belgique, (suite)
     
1 Een belangrijk hoofdstuk is het klimaat.
Het regent in België bijna 200 (tweehonderd) dagen per jaar, zodat men er goed aan doet regenjassen, hoeden, paraplu's en goede schoenen mee (1 ) te nemen (N 9).
Un chapitre important est le climat. Il pleut en Belgique presque 200 jours par an, de sorte que l'on fait bien d'emporter des impers, des chapeaux, des parapluies et de bonnes chaussures.
2 Maar vooral : de Belgische huizen zijn slecht verwarmd.
Ofwel is er maar één kachel voorde woonkamer en niets m de gangen en slaapkamers, ofwel is er centrale verwarming, maar de Belgen hebben aan 18 à (2) 20 graden warmte (3) genoeg (N 10).
Mais surtout : les maisons belges sont mal chauffées.
Ou bien il n'y a qu'un seul poêle dans la salle de séjour et rien dans les couloirs et chambres à coucher, ou bien il y a le chauffage centrât, mais les Belges se contentent de (ont assez à/avec) 18 à 20 degrés (de chaleur).
3 Men draagt dus altijd een vest of pull-over. On portera (porte) donc toujours un gilet ou un pull.
4 De Amerikanen worden dan ook (4) aangeraden een elektrische deken mee te nemen, kleren (5) met mouwen te hebben en over het algemeen liever wollen (6) dan katoenen kledingstukken te dragen. C'est pourquoi il est conseillé aux Américains d'emporter une couverture électrique, d'avoir des vêtements à (avec des) manches et de porter, en général, plutôt des vêtements en laine qu'en coton.
5 Nylonkousen moet men liefst uit Amerika meebrengen, want in België zijn ze heel duur en van slechte kwaliteit. On doit amener de préférence les bas en nylon d'Amérique, car en Belgique ils sont très chers et de mauvaise qualité,
6 Echte zomerkleren zijn overbodig : een echte zomer is in deze streken onbekend (7). De vrais vêtements d'été sont superflus : un véritable été est inconnu dans ces régions.
7 De kinderen doen er goed aan zich te kleden als de jonge Belgen om naar school te gaan, dus niet in kleurrijke hemden en blue-jeans, en ze mogen niet op basket-pantoffels lopen. Les enfants font bien de s'habiller comme les jeunes Belges pour aller à l'école, donc pas en chemises colorées et blue-jeans, et ils ne peuvent pas aller en (marcher sur) (pantoufles de) baskets.
8 Verder moeten de leerlingen in de Belgische scholen beleefd zijn met hun leraars. En outre, les élèves, dans les écoles belges, doivent être polis avec leurs professeurs.
9 Voor moeders met jonge kinderen (8) wordt nog het volgende (9) gezegd : men vindt in België alles voor de baby's, maar de kleren zijn niet zo goed als in Amerika. Pour les mères avec de jeunes enfants, on dit encore ce qui suit : on trouve en Belgique tout pour les bébés, mais les vêtements ne sont pas aussi bons qu'en Amérique.
10 Er worden minder papieren artikelen gebruikt; het toetsenbord van de schrijfmachines is anders, de "kleenex" - zakdoeken zijn slecht en worden weinig gebruikt, vitamines en films zijn duur, enz. . . On emploie moins d'articles en papier; le clavier des machines à écrire est différent, les mouchoirs "kleenex" sont mauvais et sont peu employés, les vitamines et les films sont chers, etc.
11 En zo is het te verklaren dat de Amerikanen half geterroriseerd en met 35 koffers in België aankomen. Et ainsi s'explique (il est à expliquer) que les Américains arrivent en Belgique à moitié terrorisés et avec 35 valises.
  (naar "De lage Landen" De Sikkel, Kapellen)  

  OEFENING  
  Belgen zijn zo of anders ? (Vervolg). Les Belges sont ainsi faits ?
1 De meeste vakantiegangers vertrekken 's morgens heel vroeg. Dat is zo gek niet. La plupart des vacanciers partent le matin très tôt. Ce n'est pas si stupide
2 Maar ik doe het nog beter : ik ben op de avond van mijn laatste werkdag weggegaan.
Geen verloren tijd dus; dadelijk op weg !
Meer dan 1000 (duizend) kilometer in één adem tot de Riviera dei Fiori.
Mais je (le) fais encore mieux : je suis parti le soir de ma dernière journée de travail. Pas de temps perdu donc; immédiatement en route ! Plus de 1000 kilomètres d'une traite jusqu'à la Riviera dei Fiori.
3 De dag na ons vertrek waren we op tijd voor het avondeten. Le lendemain de (le jour après) notre départ, nous étions à temps pour le diner (repas du soir).
4

Gemiddeld 75 km per uur gereden; dat is toch niet zo slecht ! Want u moet toch van tijd tot tijd stoppen.
Met mijn 4 paardekracht/paardenkracht rijd ik tot 130 (honderd dertig) kilometer per uur.

(J'ai) roulé en moyenne 75 kilomètres à l'heure; ce n'est tout de même pas si mal ! Car il faut (vous devez) quand même s' (vous) arrêter de temps en temps. Avec ma 4 CH, je roule jusqu'à 130 km à l'heure.
5 De kinderen sliepen achterin, maar mijn vrouw heeft geen oog dichtgedaan : ze is bang in de auto. Les enfants dormaient à l'arrière, mais ma femme n'a pas fermé l'œil : elle a peur en voiture.
6 Het is waar dat zelfs ik één keer bang geweest ben.
Tussen Dijon en Lyon is een Mercedes, die ik niet gezien had, direct op me afgekomen, terwijl ik niet ver van een bocht een paar auto's bijna ingehaald had.
Il est vrai que moi aussi, j'ai eu peur une fois.
Entre Dijon et Lyon, une Mercedes, que je n'avais pas vue, est venue droit (directement) sur moi, alors que (tandis que), non loin d'un virage, j'avais presque dépassé quelques autos.
7 Ik heb vol gas gegeven en ik heb me nog juist kunnen redden. Als ik geen goed chauffeur was geweest...! J'ai donné plein gaz et j'ai encore pu juste me tirer d'affaires (me sauver). Si je n'avais pas été un bon chauffeur...!
8 Want de drama's, ziet u, de ongelukken, weet u hoe die komen ?
De meeste mensen kunnen eenvoudig niet rijden.
Car les drames, voyez-vous, les accidents, savez-vous comment ils arrivent ? La plupart des gens ne savent tout simplement pas rouler.
9 Ze denken dat ze op de weg alles mogen doen. Vooral de jongeren.
En dan de vrouwen. Ik houd wel van vrouwen, maar achter het stuur, ach nee !
Ils pensent qu'ils peuvent tout faire sur la route. Surtout les jeunes (les plus jeunes). Et alors les femmes. J'aime (bien) les femmes, mais au (derrière le) volant, ah non !
10 De Fransen, en vooral de Parijzenaars, zijn gevaarlijker dan de Zwitsers en de Engelsen. Les Français, et surtout les Parisiens, sont plus dangereux que les Suisses et les Anglais.
11 Men zou ze niet op de grote wegen mogen loslaten, in elk geval niet gedurende de vakantie. On ne devrait pas pouvoir les lâcher sur les grandes routes, en tout cas pas pendant les vacances.
12 De bussen en de vrachtwagens zouden er ook niet mogen komen. Les autobus et les camions ne devraient pas pouvoir y aller non plus.
13 Om nog niet te spreken van de grote Amerikaanse wagens, die iedereen willen inhalen, en van de automobilisten die te langzaam rijden, omdat ze naar de natuur kijken ! Pour ne pas parler des grosses voitures américaines, qui veulent dépasser tout le monde, et des automobilistes qui roulent trop lentement, parce qu'ils regardent le paysage (la nature) !
14 Waarom willen de mensen niet begrijpen dat het gevaarlijker is 50 dan 130 kilometer per uur te doen ? Pourquoi les gens ne veulent-ils pas comprendre qu'il est plus dangereux de rouler à (faire) 50 qu'à 130 kilomètres à l'heure ?
  (naar Marc Stiena)  
     
  Vergelijkingen
Jopie is op bezoek bij zijn oom en tante. Beiden houden veel van de jongen.
— Precies de ogen van vader ! zegt tante,
— En de mond van zijn moeder ! zegt oom.
— En de broek van mijn broer ! zegt Jopïe.
Comparaisons
Jopie est en visite chez son oncle et (sa) tante. Tous deux aiment beaucoup le garçon.
— Exactement les yeux de (son) père ! dit (la) tante.
— Et la bouche de sa mère ! dit (I') oncle,
— Et le pantalon de mon frère ! dit Jopie.

NOTES

(1) Dans les verbes séparables employés avec "te", celui-ci se met entre les deux parties du verbe.
Het is te laat om mee te gaan; ik probeer die papieren terug te vinden.

(2) Notez l'emploi de à dans des cas comme : 20 à 25 personnen : 20 à 25 personnes.
- 10 à 12 gulden : 10 à 12 florins
5 meter à 6 gulden is 30 gulden : 5 mètres à 6 florins, cela fait (est) 30 florins.
(3) Un certain nombre de noms indiquant une qualité sont formés en ajoutant -te à l'adjectif :
hoog, de hoogte (la hauteur);
ver, de verte (le lointain);
kalm, de kalmte (le calme);
breed, de breedte (la largeur), etc.
Notez : lang, de lengte (la longueur).
(4) "Dan ook" a sensiblement la même signification que daarom.
Mais contrairement à ce dernier, il ne se met jamais en début de phrase.
(5) Evitez la forme du pluriel "klederen", qui n'appartient plus qu'à la langue écrite,
(6) On ajoute -en au nom pour obtenir des adjectifs indiquant la matière ;
goud, een gouden ring (une bague en or);
zilver, een zilveren horloge (une montre en argent);
hout, een houten bank (un banc en bois);
steen, een stenen huis (une maison en pierres).

(7) Ne confondez pas avec "gekend".
Dites donc toujours : een goed bekend schrijver (un écrivain bien connu);
dat is een zeer bekend boek (c'est un livre très connu);
het is een bekend feit dat... (c'est un fait bien connu que...).
"Gekend" ne s'emploie que pour indiquer quelque chose appris de mémoire, ou comme participe passé du verbe 'kennen' :
ik heb hem altijd zo gekend (je l'ai toujours connu ainsi);
de rollen zijn niet goed gekend (les rôles ne sont pas bien connus).

(8) Quelques mots font le pluriel en -eren :
kind. kinderen; ei (oeuf) eieren;
lied (chanson), liederen;
goed (marchandises), goederen;
blad (feuille d'arbre), bladeren.

(9) Le participe présent (leç, 2, note 4) est souvent employé comme adjectif :
volgend (suivant), volgende week (la semaine prochaine);
verbazend (étonnant ), verbazende verhelen (des récits étonnants) ;
stervend (mourant), van honger stervende kinderen (des enfants mourant de faim).