Изучение языков | Нидерландский / Голландский


ha079

  NEGENENZEVENTIGSTE (79ste) LES SOIXANTE - DIX - NEUVIÈME LEÇON
  Lieven Gevaert (vervolg) Lieven Gevaert (suite)
     
1 Ondanks de uitbreiding van zijn firma was Gevaert nog niet voldaan (1) : Malgré l'extension de sa firme, Gevaert n'était pas encore satisfait :
2 Hij meende (2) dat allerlei dingen te veel kosten. il pensait que toutes sortes de choses coûtaient trop cher.
3 Daarom besloot hij fotografisch papier zelf (N2) te fabriceren. C'est pourquoi il décida de fabriquer lui-même [du] papier photographique.
4 Het bleek gauw dat zijn papier van uitstekende kwaliteit was : II apparut vite que son papier était de qualité excellente :
5 zijn Antwerpse collega's (3) wilden er geen ander meer gebruiken. ses collègues anversois ne voulaient plus en employer d'autre.
6 Weldra had hij geen tijd meer om aan fotografie te doen : Bientôt il n'eut plus le temps de faire [de] la photographie :
7 hij had te veel werk met het fabriceren  (4) van papier. il avait trop de travail avec la fabrication du papier.
8 Daar de werkplaats te klein was geworden (5), liet hij een fabriek in Mortsel, een voorstad van Antwerpen, bouwen. Comme l'atelier était devenu trop petit, il fit construire une usine à Mortsel, un faubourg d'Anvers.
9 Die is met de jaren het hart (6) van de foto industrie geworden. Celle-ci est devenue avec les années le cœur de l'industrie photographique.
     
10 Gevaert bracht steeds nieuwe produkten op de markt, Gevaert mettait toujours [de] nouveaux produits sur le marché,
11 die ongetwijfeld veel beter waren (7) dan die van zijn concurrenten. qui étaient incontestablement bien (beaucoup) meilleurs que ceux de ses concurrents.
12 Hij verkocht over de hele wereld II vendait dans le monde entier
13 en opende filialen in de meeste landen in en buiten Europa. et ouvrit des filiales dans la plupart des pays, en Europe et en dehors (dans et hors l'E.).
  (wordt vervolgd) (à suivre)
  OEFENING EXERCICE
  Foto's. Photos.
1 Als ze met vakantie gaan, schijnen veel mensen geen ander doel te hebben dan foto's te maken. Quand ils vont en vacances, beaucoup de gens ne semblent avoir d'autre but que de faire [des] photos.
2 Als ze voor een oud gebouw of een prachtig landschap staan, denken ze er niet aan die te bewonderen. Quand ils se trouvent devant un vieux bâtiment ou un paysage magnifique, ils ne pensent pas à les admirer.
3 Ze vragen zich alleen maar af of er licht genoeg is voor een goede opname. Ils se demandent seulement s'il y a assez de lumière pour un bon cliché.
4 Elk jaar komen ze thuis met tientallen en soms honderden beelden. . . die ze in oude schoenendozen doen ! Chaque année ils reviennent avec des dizaines et parfois des centaines d'images. . . qu'ils mettent dans de vieilles boîtes à chaussures !
5 Ze komen heel zelden of helemaal nooit op het idee ze weer eens te bekijken. Il ne leur vient très rarement ou absolument jamais l'idée de les regarder de nouveau (une fois).
6 Slechts als ze kennissen op bezoek hebben, halen ze de foto's uit de dozen. Uniquement quand ils ont des connaissances en visite, ils (re)tirent les photos des boîtes.
7 Maar nooit geven ze de minste verklaring over de bezochte streek. Mais jamais ils ne donnent la moindre explication au sujet de la région visitée.
8 Hun enige commentaar beperkt zich meestal tot "ik heb lang moeten wachten om deze foto te maken"! Leur seul commentaire se limite généralement à "j'ai dû attendre longtemps pour faire cette photo"!
9 Soms omdat er te veel wolken waren, een andere keer omdat het te druk was, in andere gevallen omdat het eigenlijk verboden was te fotograferen. Parfois parce qu'il y avait trop de nuages, une autre fois parce qu'il y avait trop de monde, dans d'autres cas parce qu'il était (au fond) interdit de photographier.
10 Erg leerrijk, niet waar ! Très instructif, n'est-ce pas !
11 En je komt met vreselijke hoofdpijn thuis. Et vous rentrez à la maison avec un terrible mal de tête.
     
  NOTEN
1 Dat geeft mij voldoening : cela me donne satisfaction.
Dat antwoord voldoet mij niet : cette réponse ne me donne pas satisfaction.
2 Ik meen dat hij gelijk heeft : je pense qu'il a raison.
Hij meent het niet : il ne pense pas ce qu'il dit.
Hij meent het goed met ons ; il a de bonnes intentions à notre égard.
Dat is ook mijn mening : c'est aussi mon avis.
3 Les noms d'origine étrangère terminés par -a, -o, ou -u prennent 's au pluriel :
de sofa's, de paraplu's.
Mais à bureau, par exemple, on mettra simplement s, parce que le son 'o' est représenté par plusieurs lettres,
4 Beaucoup d'infinitifs peuvent être employés comme noms. Ils sont alors toujours du neutre.
5 On peut dire indifféremment was geworden ou geworden was.
6 In het hart van het land : au cœur du pays.
In het hart van de winter : au cœur de l'hiver.
7 Quand la subordonnée contient une comparaison, le verbe se met avant la seconde partie de la comparaison.
Ik denk dat hij meer werkt dan zijn broer.
Ik weet niet of ze jonger ts dan haar vriendin.
   
  Nom neutre : het hart.

p196 (376)


Счётчик