Изучение языков | Нидерландский / Голландский


ha050
  VIJFTIGSTE (50ste) LES CINQUANTIÈME LEÇON
  Een blik achteruit. . . en vooruit maar ! Un regard en arrière ... et en avant (seulement) !
     
1 Dit is nu al onze vijftigste les. Voici (ceci est) maintenant déjà notre cinquantième leçon.
2 Denk eens even na (1) : een paar weken geleden kende u niets of bijna niets. Réfléchissez (une fois) un instant : il y a quelques semaines vous ne connaissiez rien ou presque rien.
3 Toen (2) dacht u dat Nederlands bijzonder moeilijk was. Alors vous vous imaginiez (pensiez) que [le] néerlandais était particulièrement difficile.
4 In korte tijd heeft u heel wat woorden en uitdrukkingen geleerd. En peu de temps vous avez appris pas mal de mots et d'expressions.
5 Het spreekt vanzelf dat u ze niet allemaal onthouden (3) heeft. II va de soi que vous ne les avez pas tous retenus.
6 Maar we hebben ze meer dan eens herhaald (N1) en. . . iedereen weet het : herhaling maakt de meester. Mais nous les avons répétés plus d'une fois et... tout le monde le sait : [ia] répétition fait le maître.
7 Dank zij de dikwijls talrijke (4) herhalingen beschikt (5) u nu al over een uitgebreide woordenschat. Grâce à ces répétitions souvent nombreuses vous disposez maintenant déjà d'un vocabulaire étendu.
8 U bent al in staat over een hele reeks onderwerpen te praten.

Vous êtes déjà à même (en état) de parler de toute une série de sujets.
9 U hanteert de taal nog niet helemaal vlot en zonder aarzeling (6). Vous ne maniez pas encore la langue tout à fait couramment et sans hésitation.
10 Dit is normaal : Rome werd niet in één dag gebouwd. C'est normal : Rome n'a pas été bâtie en un (seul) jour.
11  In de volgende lessen zullen we onze woordenschat blijven (7) uitbreiden. Dans les leçons suivantes nous continuerons à étendre notre vocabulaire.
12 We zullen oefeningen blijven maken. Nous continuerons à faire [des] exercices.
13 Op die manier zal u gauw (8) het stadium van de actieve kennis bereiken. De cette manière vous atteindrez facilement le stade de la connaissance active.
14 Verlies de moed nooit : elke dag komt u het doel dichterbij. Ne perdez jamais (le) courage : chaque jour vous vous rapprochez (venez plus près) du but.
  OEFENING EXERCICE
     
1 Ik heb over een mogelijke oplossing nagedacht, maar ik beschik niet over alle nodige gegevens, J'ai réfléchi à une solution possible, mais je ne dispose pas de toutes les données nécessaires.
2 Het spreekt vanzelf dat ze niet in staat zijn dat doel te bereiken. Il va de soi qu'ils ne sont pas à même d'atteindre ce but.
3 Dank zij onze talrijke oefeningen heeft u heel wat uitdrukkingen onthouden. Grâce à nos nombreux exercices, vous avez retenu pas mal d'expressions.
4 Mijn woordenschat is nog niet uitgebreid genoeg om over zo'n moeilijk onderwerp te kunnen spreken. Mon vocabulaire n'est pas encore assez étendu pour pouvoir parler d'un sujet aussi difficile (un tel s.d.).
5 Ze beeldden zich waarschijnlijk in, dat ik veel vlotter sprak. Ils s'imaginaient probablement que je parlais plus couramment.
6 Zodra hij een eenvoudige verklaring gevonden had, bracht hij ons op de hoogte van het geval. Dès qu'il eut (avait) trouvé une explication simple, il nous mit (amenait) au courant du cas.
  NOTEN
1 Ik denk aan het probleem : je pense au problème.
Ik denk over het probleem na : je réfléchis au problème.
2 Quand l'action a eu lieu une seule fois dans le passé, on emploie toen au lieu de dan.
Hij stond even stil, en ging toen weer verder : il s'arrêta un instant, puis il continua.
3

Les verbes commençant par ont- n'ont pas ge- au participe passé.
4 -rijk intervient dans beaucoup de composés :
bosrijk, boisé ; beeldrijk : imagé ; belangrijk : important.
5 Ik beschik niet over veel tijd : je ne dispose pas de beaucoup de temps.
Ze heeft alles tot haar beschikking : elle a tout à sa disposition.
6 Hij antwoordde zonder te aarzelen : il répondit sans hésiter.
7 Avec blijven, dans le sens de 'continuer à', on ne met pas te devant l'infinitif.
Ze blijven werken : ils continuent à travailler.
8 Ik ben gauw klaar : j'aurai bientôt fini.
Ze is vlug klaar : elle est vite prête
   
  Noms neutres : het onderwerp, het stadium.

p118 (220)

Счётчик