ВОЙДИТЕ, ЧТОБЫ НАЧАТЬ ОБУЧЕНИЕ С АУДИО-ЗАПИСЬЮ

 


ha048

  ACHTENVEERTIGSTE (48ste) LES QUARANTE-HUITIÈME LEÇON
  Over prentkaarten en postzegels (Au sujet de) cartes-vues et timbres-poste
     
1 Mia : Vergeet niet, zodra je in Amsterdam aankomt, mij een prentbriefkaart (1) te sturen : M.: N'oublies pas, dès que tu arrives à Amsterdam,
de m'envoyer une carte-vue :
2 ik verzamel ze nu al een paar jaar. je les collectionne depuis maintenant quelques années.
3 Dora : Heb je er veel ? D.: En as-tu beaucoup ?
4 Mia : Ik kan het zo maar niet zeggen : ik heb ze nooit geteld. M.: Je ne peux pas le dire ainsi : je ne les ai jamais comptées.
5 Dora : Ik zou je graag iets sturen, D.: Je t'enverrais volontiers quelque chose,
6 maar het zal een probleem geven : ik heb geen Nederlandse postzegels, mais cela posera (donnera) un problème : je n'ai pas de timbres-poste hollandais,
7 en 's zaterdags (2) zijn de postkantoren zeker gesloten. et le samedi les bureaux de poste sont certainement fermés.
8 Mia : Ik denk van niet (3). In ieder geval is het hoofdkantoor (4) in de morgen open. M.: Je pense que (de) non (pas).
En tout cas le bureau principal est ouvert dans la matinée.
9 Dora . Best mogelijk, maar dan zijn slechts een paar loketten open. D.: [C'est] bien possible, mais alors il n'y a que (sont seulement) quelques guichets ouverts.
10 Ik voel er niet veel voor een uur in de rij (5) te gaan staan : dat is verloren (N4) tijd. Je ne tiens pas beaucoup à faire la queue (aller être debout) (pendant) une heure : c'est [du] temps perdu.
11 Mia : Frankeer je kaart dan niet.

M.: Alors n'affranchis pas ta lettre.

12 Schrijf er maar op "Port betaald door de geadresseerde" (6). Écris (seulement) dessus "Port payé par le destinataire".
13

Dora: Een prachtig idee ;
 

D.: Une idée magnifique.
  dan kan je me weer verwijten (7) dat ik op mijn centen zit. Ainsi (alors) tu pourras (peux) de nouveau me reprocher que je suis assise sur mon porte-monnaie (sur mes sous).
14 Mia : Er bestaat een andere mogelijkheid : M.: Il existe une autre possibilité :
15 breng enige kaarten mee, dan hoef je (8) niets aan postzegels te verspillen. rapporte quelques cartes-vues, ainsi (alors) tu ne devras (doit) rien gaspiller pour (à) des timbres.
16 Dora . Vriendelijk van jou. Ik zal eraan denken. D.: [C'est] gentil de ta part (de toi). J'y penserai.
     
  OEFENING EXERCICE
     
1 Ze hebben iedereen de nodige inlichtingen gegeven. Ils ont donné [à] tout le monde les renseignements nécessaires.
2 Ik zoek iemand om met mij mee te komen ; voelt u er iets voor ? Je cherche quelqu'un pour m'accompagner ; est-ce que cela vous dit quelque chose ?
3 Het is altijd voorzichtiger de naam van de afzender op de envelop te schrijven. Il est toujours plus prudent d'écrire le nom de l'expéditeur sur l'enveloppe.
4  Ik raad u aan de hele waarheid te zeggen. Je vous conseille de dire toute la vérité.
5 Heel wat mensen verzamelen postzegels. Pas mal de gens collectionnent [les] timbres-poste.
6 Ik wist niet of mijn verzameling veel waarde had. Je ne savais pas si ma collection avait beaucoup de valeur.
7 Er bestonden geen andere mogelijkheden meer. Il n'existait plus d'autres possibilités.
8 Er was een lange rij voor elk loket. Il y avait une longue queue devant chaque guichet.
  NOTEN
1 Een briefkaart : une carte postale.
2 's Zondags, 's maandsgs, 's woensdags.
Mais on dit obligatoirement : dindags, donderdags, vrijdags (sans 's).
3 Je pense que oui: ik denk van wel.
4 Hoofd, en composition ; principal.
De hoofdstraat : la rue principale.
De hoofdstad : la capitale.
Hij speelt de hoofdrol: il joue le rôle principal.
5 De leerlingen staan in de rij : les élèves sont en rang.
Een rij auto's : une file de voitures.
Een rij bomen : une rangée d'arbres.
6 Het adres : l'adresse.
De afzender : l'expéditeur.
Het post-nummer: le code postal.
7 Het verwijt : le reproche.
8 Ne s'emploie que dans des propositions négatives ou interrogatives,
Hij hoeft niet te werken : il n'a pas besoin de travailler.

Moet ik hem voor die dienst betalen ?
Nee, dat hoef niet
:
dois-je le payer pour ce service ?
Non, ce n'est pas nécessaire.
  Noms neutres : het loket, het verwijt.

p114 (212)