Языки :: Голландский - Нидерландский
67
 
 

187 Nederlands Néerlandais
  ZEVENENZESTIGSTE (67ste) LES. Leçon 67
  De jongeren en de mode Les jeunes et la mode
     
1 Het heeft ernaar uitgezien (1), dat de mode geëindigd was in een grote puinhoop (2). Il a semblé que la mode était finie dans un grand tas de ruines.
2 Het establishment, gewoonlijk gekleed volgens de richtlijnen uit (3) Parijs en Italië, werd al lang beschouwd als een vanzelfsprekend voorbeeld. L'establishment, généralement habillé suivant les directives de Paris et d'Italie, était depuis longtemps considéré comme un modèle évident (exemple allant de soi).
3 Zo is het van oudsher geweest tot in onze tijd. Il en a été ainsi de temps immémorial jusqu'à notre époque (temps).
4 Plotseling was dat afgelopen (4). Het establishment werd als zeer verwerpelijk beschouwd en de daarbij behorende (5) wijze van zich te gedragen en te kleden werd geschuwd als melaatsheid. Brusquement, cela a été fini. L'establishment a été considéré condamnable (rejetable) et la manière de se conduire et de s'habiller qui lui était propre (qui fui appartenait) fut fuie comme la lèpre.
5 De jongeren vonden het blijkbaar onfatsoenlijk om in behoorlijke kleren (6) rond te lopen. Les jeunes (le) trouvaient apparemment inconvenant de se vêtir (circuler) d'(dans des) habits convenables.
6 Nu had de jeugd al enige jaren de leidende rol in de mode overgenomen. (Maintenant) la jeunesse avait repris depuis quelques années le rôle dirigeant dans la mode.
7 Wie maar even kon, trachtte hetzelfde soort kleren te dragen, waarin de twintigjarigen paradeerden, in een bij voorbaat (7) tot mislukking gedoemde poging om toch jong te lijken (8). Celui qui le pouvait (seulement), essayait de porter la même sorte d'habits (que ceux) dans lesquels les jeunes de vingt ans paradaient, dans une tentative, condamnée à l'avance à l'échec, de quand même paraître jeune.
8 Waarop de twintigjarigen zich prompt genoodzaakt voelden van stijl te veranderen om toch vooral niet op de ouderen te lijken. Après (sur) quoi, les jeunes de vingt ans se sentirent promptement obligés de changer de style afin (pour) surtout de ne quand même pas ressembler aux plus âgés.
9 Tenslotte hebben de jongeren er iets op gevonden. Finalement, les jeunes ont trouvé quelque chose.
10 Ze zijn zich zo onooglijk en onappetijtelijk (9) gaan toetakelen (10) dat geen mens met smaak en zin voor kwaliteit op hen zou willen lijken. Ils se sont accoutrés d'une manière si repoussante et inappétissante qu'aucune personne de goût et ayant le sens de la qualité ne voudrait leur ressembler.
11 Daarmee kwam een einde aan de fascinatie door de jeugd. Ainsi (avec cela) prit fin la fascination par la jeunesse.
12 De modeontwerpers (11) vonden weer een echo bij het publiek en meer creatieve ideeën kwamen te voorschijn. Les créateurs de mode trouvèrent à nouveau un écho auprès du public et plus d'idées créatrices apparurent,
13 Voorlopig blijven veel jongeren nog stijf op hun puinhoop zitten, maar goed, de mode heeft altijd koplopers gehad en ook een meesukkelende achterhoede. Provisoirement beaucoup de jeunes restèrent encore (assis) fermement (raides) sur leur tas de ruines, mais bon, la mode a toujours eu des avant-gardistes et aussi une arrière-garde traînant la jambe.
14 Een mode komt zelden zomaar uit de lucht vallen. Une mode tombe rarement (ainsi) du ciel.
15 Als ze niet geïnspireerd is op een recente gebeurtenis, dan kan men meestal achteraf ontdekken, dat ze reeds lang was voorbereid (N4). Si elle n'est pas inspirée par un événement récent, (alors) on peut généralement découvrir par la suite qu'elle était préparée depuis longtemps déjà.
16 H et zou natuurlijk erg leuk zijn, als men dadelijk kon zeggen welke details van een bepaald seizoen de richting van de komende vernieuwing aangeven, maar dat lukt slechts zelden . . . Ce serait naturellement très amusant si on pouvait dire immédiatement quels détails d'une saison déterminée donneraient la direction du renouvellement suivant (venant), mais cela ne réussit que rarement ...

  OEFENING EXERCICE
  Vrouwenkleding. Vêtements de femme.
1 Het spreekt vanzelf dat een elegante vrouw, d.w.z. een vrouw die zich met smaak kleedt, een welvoorziene garderobe heeft. Il va de soi qu'une femme élégante, c'est-à-dire une femme qui s'habille avec goût, a une garde-robe bien fournie.
2 Zelfs als ze de wereldberoemde, toonaangevende Parijse mode niet kan volgen, laat ze er zich in ieder geval door beïnvloeden. Même si elle ne peut pas suivra la mode parisienne, connue dans le monde entier et qui donne le ton, elle se laisse en tout cas influencer par elle.
3 Al naar het uitkomt, draagt ze confectiekleding of laat ze haar japonnen maken door een naaister. Suivant le cas, elle porte des vêtements de confection ou elle fait faire ses robes par une couturière.
4 Maar steeds kiest ze stoffen en modellen die in de mode zijn. Mais toujours elle choisit des tissus et des modèles à la mode (qui sont dans la mode).
5 In haar kleerkast heeft ze dus van alles hangen : naast een avondjapon, een reeks modieuze jurken en een paar gladde en geplooide rokken met geklede blouses. Dans sa garde-robe, elle a donc (pendre) de tout : à côté d'une robe du soir, une série de robes à la mode et quelques jupes droites au plissées et des (avec des) blouses habillées.
6 Twee of drie mantels, waarvan liefst één met bontvering, zijn voor het najaar onmisbaar. Deux ou trois manteaux, dont de préférence un fourré (avec doublure de fourrure), sont indispensables pour l'arrière-saison.
7 En in de winter kan ze het niet zonder een bontjas doen. Et en hiver, elle ne peut se passer d'un manteau de fourrure.
8 Ze zal nooit goedkope stoffen kiezen, die niet tegen regen kunnen, die kreukelen, krimpen of verkleuren als ze gewassen worden. Elle ne choisira jamais des tissus bon marché qui ne résistent pas (qui ne peuvent pas contre) à la pluie, qui se chiffonnent, rétrécissent ou déteignent quand on les lave.
9 Ze zal steeds de voorkeur geven aan een stof, die er uitziet als wol, gewassen wordt als katoen, zonder ooit ruig te worden. Elle donnera toujours la préférence à un tissu qui a l'aspect de la laine, qui se lave comme du coton, sans jamais feutrer.
10 Voor de zomer bestaan er nu leuke bedrukte linnen stoffen, effen of met allerlei patroons (gebloemd, gestippeld, geruit of gestreept) zo dat iedereen kan kiezen wat haar het best past. Pour l'été, il existe maintenant de jolis tissus en toile imprimée . unis ou avec toutes sortes de dessins (à "fleurs, à pois, à carreaux ou rayés), de sorte que chacun peut choisir ce qui lui va le mieux.
11 Fluwelen kleren zijn bijzonder mooi, maar het is voorzichtiger er niet door de regen mee te lopen, als je je paraplu thuis vergeten hebt. Les vêtements en velours sont particulièrement beaux, mais il est préférable de ne pas les porter dans (de ne pas courir avec sous) la pluie, si vous avez oublié votre parapluie à la maison.
     
  Een logische oplossing Une solution logique
  - Weet je, zegt de jonge vrouw, dat ik geen kleren meer heb ?
- Wat vertel je daar ? roept haar man. Je kasten hangen vol.
— Jawel, antwoordt de jonge vrouw, maar de mensen uit onze straat hebben ze reeds allemaal gezien,
— O, zegt de man, dan hoeven we maar in een andere straat te gaan wonen.
- Sais-tu, dit la jeune femme, que je n'ai plus de vêtements ?
— Que racontes-tu là ? s'écrie son mari. Tes armoires sont (pendent) pleines.
— Oui, répond la jeune femme, mais les gens de (hors de) notre rue les ont déjà tous vus.
- Oh ! dit le mari, alors nous n'avons qu'à aller habiter dans une autre rue.

 
(1) Hij zoekt naar een gelegenheid uit. Il cherche une occasion.

(2) Het puin s'emploie presque toujours au singulier.
Het huis valt/ligt in puin. La maison tombe/est en ruines.
Hij was onder het puin bedolven. Il était enseveli sous les ruines.

(3) La préposition uit indique souvent l'origine.
Ze komen uit Engeland. Ils viennent d'Angleterre.
Hij haalde de papieren uit zijn zak. Il tira les papiers de sa poche.

(4) Dat zal slecht aflopen. Cela finira mal.
Wanneer zal de vergadering afgelopen zijn ? Quand la réunion sera-t-elle finie ?
Notez aussi :
lk ben klaar met mijn werk. J'ai fini mon travail.
Mijn werk is af. Mon travail est fini.
De les is uit. La leçon est finie.
(5) Dans le sens de "convenir, être à sa place", behoren et horen sont synonymes.
Ik zal dat doen zoals het (be)hoort. Je ferai cela comme il convient.
Dat (bei hoort zo!  C'est ainsi que ce doit être.
Dat (be)hoort hier nier. Cela n'est pas à sa place ici.
(6) Kleren, pluriel de "kleed", est la contraction de klederen*

(7) S'emploie surtout dans l'expression:
Wij danken u bij voorbaat. Nous vous remercions à l'avance.
Sinon, on emploie plutôt van tevoren.
Ik had hen van tevoren gewaarschuwd. Je les avais informés à l'avance.

(8) Die jongen lijkt op zijn broer. Ce garçon ressemble à son frère.
Dat lijkt nergens naar. Cela ne ressemble à rien.
(9) Ze heeft niet veel eetlust. Elle n'a pas beaucoup d'appétit.
Smakelijk ! Bon appétit !

(10) Ze waren deerlijk toegetakeld. Ils étaient très mal en point.
Ze hebben hem lelijk toegetakeld. Ils l'ont mal arrangé.

(11) Het ontwerp : le projet.
Een wetsontwerp : on projet de loi.