Языки :: Голландский - Нидерландский
22
 
 
63 Nederlands Néerlandais
  TWEEËNTWINTIGSTE (22ste) LES. Leçon 22
  Het ontstaan van de taalgrens. L'origine (la naissance) de la frontière linguistique.
     
1 Hoe komt het dat in een klein land als België twee (ja zelfs drie) talen gesproken worden ? Comment se fait-il que, dans un petit pays comme la Belgique, on parle deux (et même trois) langues ?
2 De verklaring ligt voor de hand als men een blik werpt op de geschiedenis van de streek. L'explication est évidente quand on jette un coup d'œil (regard) sur l'histoire de la région.
3 Dan geeft men er zich rekenschap van (1) dat de schuld (2) eigenlijk bij een steenweg (3) ligt - en bij de Romeinen ! Alors on se rend compte que la faute provient (repose) a vrai dire d'une chaussée - et des Romains !
4 Het klinkt misschien vreemd, maar toch werd het al een hele tijd bewezen dat het werkelijk zo gebeurd is. Cela paraît (sonne) peut-être étrange, mais cependant il a été prouvé depuis tout un temps que cela s'est réellement passé ainsi.
5 Op de lagere school (4) leert iedereen dat de legers van Julius Caesar in de eerste eeuw voor Christus heel West-Europa veroverden. A l'école primaire, tout le monde apprend que les armées de Jules César conquirent tout l'ouest de l'Europe au premier siècle avant J.-C.
 
6 Die veroveraars (N 1) kwamen niet met lege handen (5) : ze bezaten (N 2) een zeer rijke beschaving, en deze maakte een grote indruk op de inwoners van onze streken, die zo 'n gemakkelijk leven niet gewoon (6) waren. Ces conquérants ne venaient pas les mains vides : ils possédaient une très riche civilisation, et celle-ci fit une grande impression sur les habitants de nos régions qui n'étaient pas habitués à une vie aussi facile (une telle vie facile).
7 Wat een (N 3) verschil, bij voorbeeld, tussen hun arme hutten en de "villae" en boerderijen die de Romeinen overal lieten (7) bouwen ! Quelle différence, par exemple, entre leurs pauvres huttes et les "villae" et les fermes que les Romains faisaient bâtir partout !
8 De "Belgen" waren wel verplicht steeds meer contact met de bezetters te zoeken. Les "Belges" étaient bien obligés de chercher toujours plus de contacts avec les occupants.
9 Maar om handel met hen te drijven (8) - eigenlijk ruilden (9) ze in het begin maar wat gevogelte en andere dieren voor nieuwe produkten - was het onmisbaar de taal van de nieuwe meesters te kennen. Mais pour faire du commerce avec eux - en réalité, ils échangeaient au début seulement un peu de volaille et autres animaux contre de nouveaux produits - il était indispensable de connaître la langue des nouveaux maîtres.
10 De "Belgen" deden dus hun best om het Latijnse dialect, dat ze hoorden, ook te gebruiken - want het spreekt vanzelf dat de soldaten helemaal niet spraken zoals Caesar schreef. Les "Belges" firent donc leur possible pour employer aussi le dialecte latin qu'ils entendaient - car il va de soi que les soldats ne parlaient pas du tout comme César écrivait.
11 Geen wonder dat onder die omstandigheden de verschillende stammen in nogal korte tijd en zonder veel moeite (10) "geromaniseerd" werden. Il n'est pas étonnant que, dans ces circonstances, les différentes tribus furent "romanisées" en assez peu de temps et sans beaucoup de peine.
12 Dit betekent dat ze niet alleen de taal maar ook de gewoonten en levenswijze van de Romeinen overnamen (11). Cela signifie qu'elles adoptèrent (reprirent) non seulement la langue maïs aussi les habitudes et la manière de vivre des Romains.
  (wordt vervolgd) (à suivre)
  OEFENING EXERCICE
  Een vreemde taal leren. Apprendre une langue étrangère.
1 In de tijd van de Romeinen - en eigenlijk gedurende de hele Oudheid - was het aanleren van een vreemde taal meestal zeer moeilijk Au temps des Romains - et à vrai dire pendant toute l'Antiquité - l'étude d'une langue étrangère était généralement très difficile.
2 Thans is de toestand helemaal veranderd en bestaan er talrijke mogelijkheden om andere talen te leren verstaan en hanteren. Actuellement la situation a tout à fait changé et il existe de nombreuses possibilités pour apprendre à comprendre et (à) manier d'autres langues.
3 In alle landen wordt in de meeste scholen heel wat tijd besteed aan het taalonderwijs - soms van de lagere school af. Dans tous les pays, on consacre dans la plupart des écoles pas mal de temps à l'enseignement des langues, - parfois dès (à partir de) l'école primaire.
4 Het resultaat beantwoordt echter zeer zelden aan de verwachtingen. Le résultat répond cependant très rarement à ce qu'on attendait (aux espérances).
5 Als een beperkt aantal leerlingen een krant of een eenvoudig geschreven roman zonder te veel moeite kunnen lezen, is de meerderheid nochtans niet in staat een zinnetje behoorlijk te bouwen. Si un nombre limité d'élèves peut lire sans trop de peine un journal ou un roman écrit simplement, la majorité n'est cependant pas à même de construire convenablement une petite phrase.
6 Men kan een reeks redenen opsommen om die betreurenswaardige toestand te verklaren; maar het dient tot niets daar lang over uit te weiden. On peut énumérer une série de raisons pour expliquer cette situation regrettable, mais il ne sert à rien de s'étendre longuement sur ce sujet (à ce sujet).
7 De bevolking van de avondcursussen is de laatste tijd aanzienlijk toegenomen. La population des écoles (cours) du soir a augmenté considérablement ces derniers temps.
8 Maar in die scholen zijn veel studenten om verschillende redenen teleurgesteld. Mais dans ces écoles beaucoup d'élèves sont déçus, pour différentes raisons.
9 Als ze maar één avond per week les krijgen, dan hebben ze de indruk zeer traag te vorderen; en het is eigenlijk waar. S'ils n'ont (ne reçoivent) cours que pendant une soirée par semaine, (alors) ils ont l'Impression d'avancer (de progresser) très lentement; et, en somme, c'est vrai.
10 Als ze een spoedcursus kiezen, dan moeten ze drie en soms vier avonden per week op de schoolbanken zitten. S'ils choisissent un cours accéléré, (alors) ils doivent passer (être assis) trois et parfois quatre soirées par semaine sur les bancs de l'école.
11 De meesten houden het niet uit - en in zekere zin is het ook begrijpelijk. La plupart ne résistent pas (ne tiennent pas le coup). -et dans un certain sens, c'est également (aussi) compréhensible.
12 Waarin zou de oplossing kunnen bestaan ? En quoi pourrait donc consister la solution ?
  (wordt vervolgd)  
     
  De cursus Nederlands
— Nu zullen we dus beginnen met de lessen in de Nederlandse taal, sprak de leraar. Maar ik moet jullie zeggen, dat de eerste tien lessen niet plezierig zijn.
Jan stak zijn vinger op :
— Meneer, kunnen we dan niet dadelijk met de elfde les beginnen ?		 Le cours de néerlandais
— Maintenant, nous allons donc commencer (avec) les leçons de (dans la) langue néerlandaise, dit (parla) le professeur. Mais je dois vous dire que les dix premières leçons ne sont pas amusantes.
Jean leva le doigt :
— Monsieur, est-ce qu'alors nous ne pouvons pas commencer immédiatement à (avec) la onzième leçon ?
NOTES

(1) Remarquez l'emploi de la préposition anticipative.
ik geef er mij rekenschap van dat ze gelijk hebben.
Je me rends compte qu'ils ont raison.

Ik geef mij rekenschap van de toestand :
Je me rends compte de la situation.

Ze geven zich geen rekenschap van de moeilijkheden.
Ils ne se rendent pas compte des difficultés.

(2) De schuld ligt bij hem. C'est sa faute.
Ne pas confondre avec : Er zijn veel fouten in de tekst. Il y a beaucoup de fautes dans le texte.
(3) De steenweg op Alsemberg/op Brussel. La chaussée d'Alsemberg/de Bruxelles.

(4) In het lager onderwijs : dans renseignement primaire.
Op het lyceum : au lycée.
Hij is nog aan (op) de universiteit. II est encore à l'université.

(5) Remarquez l'emploi de "met" dans des expressions comme :
Hij bleef met zijn hoed op zijn hoofd. Il restait le chapeau sur la tête.
Ik wachtte met kloppend hart. J'attendais le cœur battant.
Ze keek mij met open mond aan. Elle me regardait bouche bée.

(6) Ik ben dat niet gewoon. Je ne suis pas habitué à cela.
Ze zijn zo 'n succes niet gewoon. Ils ne sont pas habitués à pareil succès.
(7) Devant un infinitif, on emploie presque toujours laten dans le sens de "faire".
Ze hebben op zich laten wachten. Ils se sont fait attendre.
Ik heb de dokter laten komen. J'ai fait venir le médecin.
Ze heeft een nieuwe rok laten maken. Elle a fait faire une nouvelle jupe.
Ze laten weten dat ze niet komen. Ils font savoir qu'ils ne viennent pas.

(8) De handelaar : le commerçant.
Een handelsbrief schrijven : écrire une lettre commerciale.
Een handelsreiziger : un voyageur de commerce.
De handelswereld : le monde des affaires (du commerce).
[9) De ruil : réchange. De ruilhandel : le troc.

(10) Ze geven zich veel moeite. Ils se donnent beaucoup de peine.
Dat is werkelijk de moeite waard. Cela en vaut vraiment la peine.
Ik dank u voor de genomen moeite (voor de te nemen moeite). Je vous remercie pour la peine que vous avez prise, pour ce que vous avez bien voulu faire (pour ce que vous voudrez bien faire) - formule très courante en fin de lettre pour remercier quelqu'un à qui on demande de faire quelque chose.
(11) S'emploie souvent dans un sens commercial.
Die firma heeft veel winkels overgenomen. Cette firme a repris beaucoup de magasins.